Hoe vertaal je een dik naslagwerk met werkinstructies, praktische handelingen en onboarding informatie naar een interactieve leerervaring? Voor een doelgroep die niet per se fan van online is én misschien zelfs een kleine afkeer heeft van leren? We spreken met Marcel van den Oever, sinds 2014 eigenaar van Van den Oever Opleidingen en specialist in opleidingstrajecten voor personeel in de praktische sector, denk aan: overslag, procestechniek en scheepsonderhoud. Hoe zorg je voor de juiste vertaling van een dik naslagwerk naar een effectieve online leerervaring?
Marcel van den Oever, van huis uit neerlandicus en met een achtergrond als redacteur van (online) lesmateriaal, maakte zo’n tien jaar geleden de overstap naar een onderwijskundig bureau. “De kennis die ik heb opgedaan over het ontwikkelen van lesstof voor het basisonderwijs, ben ik om gaan zetten naar het ontwikkelen van online onboarding lesmethodes voor praktisch geschoolden.” Marcel, glimlachend: “Dat zijn allemaal doeners, met een gezonde afkeer van leren, zeker online. Vaak komen deze mensen binnen bij een bedrijf en krijgen ze 100+ pagina’s mee, om in hun eigen tijd te gaan leren. Daar krijgen ze dan een paar maanden, soms zelfs een jaar voor. In de praktijk gebeurt dat natuurlijk niet voldoende, zo’n map eindigt ergens in de hoek van een kamer en dan blijkt al snel dat het kennispeil niet op orde is in een organisatie. Wordt de informatie wél gelezen, dan blijkt deze vaak op onderdelen sterk verouderd.”
Met alle gevolgen vandien, als belangrijke informatie rondom machinale processen, veiligheid of de eigen organisatie niet goed landt bij een nieuwe medewerker. Thema’s die van belang zijn bij de klanten van Marcel. Van havenarbeiders tot vliegtuigtankers, van procesoperators tot monteurs, allemaal hebben ze te maken met een grote hoeveelheid te verwerken informatie aan de start van een dienstverband. “Als je die stof naar online gaat brengen, dan moet je voorkomen dat het slechts een boek op je scherm wordt. Een veredelde knappe PDF. Dan vertaal je de problemen mee naar de computer. Die PDF eindigt dan ook in de hoek, maar dan van het scherm.” schetst Marcel.
Dat klinkt logisch, maar wat doe je dan wel? Hoe zorg je voor de juiste vertaling én verhoog je het effect van zo’n leertraject? “Het begint met het spreken van de juiste taal. We lopen dus altijd een paar dagen mee, schieten overal foto’s van en stellen honderden vragen. Je moet als het ware het vak leren. Je moet het juiste jargon gebruiken en aansluiten op de communicatie van de cursist. Daarnaast stemmen we van tevoren heel duidelijk af wat het doel is. Wat moet de cursist kunnen na deze e-learning? We behandelen liever minder thema’s maar wel uitvoerig, dan veel onderwerpen oppervlakkiger.”
Met het bestaande materiaal als vertrekpunt start Marcel vervolgens met de vertaalslag naar online. “De actualisering van de informatie is natuurlijk de eerste stap die waarde toevoegt. Verder kijken we bij elk onderdeel van de stof wat de best passende manier is om dit aan te bieden. We streven naar zo min mogelijk tekst en zoveel mogelijk beeld. Als er in de papieren manual een beweging wordt beschreven, dan gaan we die filmen of, bij abstracter processen, animeren. Geen plaatje bij een praatje, maar een zorgvuldig uitgekozen ondersteunend beeld dus. Daarbij kijken we naar het proces en houden we de tijdlijn aan. Dus, bijvoorbeeld in onze onboarding e-learning voor vliegtuigtankers, gaat de leerstof chronologisch langs het opgeroepen worden om te tanken, het rijden naar het vliegtuig, het daar aankomen, het daadwerkelijke tanken, en ga zo maar door. Alleen dan zorg je ervoor dat de stof beklijft. Daarnaast wordt de module natuurlijk ook bepaald door een tool, als die van Procademy, zelf: welke mogelijkheden heb ik allemaal om de stof aan te bieden aan een cursist? Daarin ervaren we gelukkig geen beperkingen.”
Een interactieve e-learning, afgestemd op de cursist en diens dagelijkse praktijk. Online beschikbaar, maken in je eigen tijd. Is de e-learning daarmee de totaaloplossing voor elk opleidingsvraagstuk voor organisaties met technisch personeel? “Absoluut niet,” stelt Marcel resoluut. “De kracht zit in een blended aanpak. Mijn doelgroep leert het vak in principe in de praktijk, door te doen; de e-learning is daarin ondersteunend.Je moet ook coaching on the job krijgen, of sommige stof herhalen in een lokaal met elkaar. Dat maakt een opleidingsvraagstuk dus veel breder dan het gebruik van een tool alleen. We komen wel eens binnen bij bedrijven, waar men met de aanschaf van een tool als die van Procademy, denkt de oplossing voor het kennismanagement te hebben aangeschaft. Dat ligt natuurlijk anders. Je moet een stap terugnemen en kijken naar wat het leerdoel is. Boven die stof gaan hangen. Als organisatie zelf moet je ook eigenaar zijn van het onderwerp, want het gaat om jouw dagelijkse praktijk. Dat maakt dat ons werk ook raakt aan organisatieadvies, want hoe regel je dat nou goed met elkaar? Samen ga je dan kijken naar de beste invulling, waar de e-learning vervolgens een onderdeel van is. Een belangrijk onderdeel zeker, maar dus geen totaaloplossing,” zet Marcel het in perspectief.
“Wat ik een mooi aspect vind aan online leren, is het sociale leren. Daarbij kunnen cursisten in een eigen community vragen stellen en beantwoorden aan elkaar. Of praktische problemen aankaarten en mogelijke oplossingen uitwisselen. Procademy heeft die functie goed opgenomen in de tool, zodat je ook online werkt aan een teamgevoel, peer-to-peer education aanwakkert en het mogelijk maakt dat de leerervaring niet alleen tijdens kantooruren plaats hoeft te vinden. Procademy biedt daarbij een gebruiksvriendelijke interface én een mooie integratie met H5P, om de best passende interactieve leselementen op te kunnen nemen in de online trainingen.”
“Uiteindelijk wil de praktijk wel eens anders uitpakken. Eenmaal uitgewerkt, blijkt dat de opzet die ik voor ogen had dan toch niet goed overkomt. Dat we de animatie op basis van teveel aannames hebben gedaan, of dat er uit de testgroep veel dezelfde vragen over een onderdeel komen. Dat maakt het ook leuk; je moet vooraf heel goed kaderen en afstemmen met elkaar én in staat zijn om je aanvankelijke ideeën los te laten. Dat gaat natuurlijk steeds beter, naarmate je meer tools in je gereedschapskist hebt zitten,” besluit Marcel tevreden.