Ivo Wouters van Educademy komt om de hoek kijken, zodra nieuwe klanten de learning management software van Procademy ‘uit de verpakking’ halen. Wat ze dan aantreffen? “Een doos met puppies! Je wilt ze het liefst meteen allemaal oppakken, maar je kunt ze niet allemaal houden.” Een gesprek over de gevolgen van corona voor het online leren, de soms overweldigende mogelijkheden van een e-learning platform én de juiste manier om een leertraject aan te vliegen.
Met een achtergrond in basis- en voortgezet onderwijs, een expertise in het hybride leren en een rijke ervaring als trainer, besluit Ivo Wouters in 2020, zich meer te gaan richten op de wereld van het online leren. Educademy, opgericht met compagnon Chris van Hall, is een feit. “Tijdens corona stond alles qua traditionele training en onderwijs stil en grepen organisaties massaal naar de e-learning, om toch de kennisontwikkeling aan te kunnen blijven wakkeren.” opent Ivo het gesprek. “Met het thuiswerken heeft ook het thuis leren een vlucht genomen en is het aanbod van tools in korte tijd vergroot. Maar het online leren is daar nog niet per se beter van geworden. Veel tools, veel mogelijkheden, maar ook een onoverzichtelijke wildgroei. Met Educademy proberen we het rendement van leertrajecten te vergroten, met Procademy als gereedschap.”
“We helpen organisaties met de adoptie van de tool, om ervoor te zorgen dat het echt gaat leven, nadat Procademy de technische implementatie heeft afgerond. Ik zie dan vaak dat er nog een onderwijskundig perspectief mist. De bestaande trainingsstof wordt vooral overgezet naar online, naar een boek achter glas. Mooi, zo op je scherm, maar nog steeds een boek. En uit een boek leer je dus niet optimaal, dat hebben de onderzoeken inmiddels wel aangetoond. Wij richten ons dus echt op ‘hoe maak je nou zo’n e-learning?’ Hoe zorg je ervoor dat de tijdsinvestering in verhouding staat tot het leereffect? Wat is überhaupt het leerdoel? Waar de knopjes zitten, dat komt later allemaal wel.” legt Ivo lachend uit.
Er zit best wat missiewerk in de adoptie van een e-learning platform, zo blijkt. “Sommige partijen zijn al heel ver met de requirements en weten precies wat ze willen. Vooral de grotere organisaties, die een team mensen hebben zitten om te werken aan bijvoorbeeld compliance in de organisatie, daarmee een team dat de lesstof onderhoudt. Maar wordt de organisatie kleiner en zijn er minder mensen bezig met kennisontwikkeling, dan kan de benodigde tijdsinvestering best wel eens afschrikken.” schetst Ivo. “Voor elke minuut dat een cursist in je omgeving zit, moet er doorgaans een uur worden ontwikkeld aan de e-learning. Dat loopt natuurlijk snel op. Om ook die organisaties goed aan te haken, starten we met de doos met puppies. We laten de meest aansprekende toepassingen zien, aan de hand van goede demo’s. Zodat de mogelijkheden gaan leven. Net als met de puppies: je wilt ze eigenlijk allemaal meteen hebben. Maar we kijken ook gelijk naar welke mogelijkheden nu relevant zijn, en welke voor later.”
Niet alle puppies in één keer dus, maar later nog een keertje terug naar het asiel. Beginnen met een smallere scope, om later uit te breiden. “Organisaties schaffen soms vooral een e-learning platform aan, maar wij geloven echt in blended learning. Dat je een traject inricht waarbij online en offline zich afwisselen, waarbij toetsen en contactmomenten met docenten ingebouwd zijn én waarbij je dat proces kunt monitoren. Dat is precies waarin Procademy voorziet. Eigenlijk doen we bij organisaties dus vaak eerst een stapje terug en kijken we breder naar de beste leerervaring, on- en offline. En als onderdeel daarvan maak je dus óók een knappe e-learning. Maar altijd als schakel in het grotere geheel van een relevant leertraject.”
Fijn dat dat onderwerp nog eens valt. De e-learning. Want gezien het explosief gegroeide enthousiasme van organisaties voor dit type leren, een veelgehoorde vraag: waar moet je rekening mee houden bij de ontwikkeling van een goede e-learning? “Wat alle autoriteiten op dit gebied wel roepen, is dat je je leerdoelen helder moet hebben, dat je moet aansluiten bij je doelgroep en dat je moet zorgen voor interactie. Allemaal waar. Maar ik lees ook vaak dat je moet aansluiten bij de leerstijl van je cursist. En daar geloof ik dus niet in. In een blended leertraject kun je tegenwoordig op basis van data zoveel inzicht krijgen én voorsorteren. Vroeger stuurden we de geprinte lesstof op van tevoren en bij een klassikale sessie bleek driekwart het niet gelezen te hebben. Nu hoef je daar allemaal helemaal geen rekening mee te houden: die mensen komen gewoon niet in de klassikale sessie terecht als ze niet 70% van de vragen juist hebben beantwoord.” licht Ivo zijn stelling toe.
“Een andere belangrijke tip, ik zei het al eerder: maak er geen boek achter glas van, want dan leren mensen niks. Veel e-learnings lezen nog steeds van linksboven naar rechtsonder en hebben het ezelsoor van de bladzijden vervangen door een ‘klik verder’ button. Leg uit wat je aan het eind van een onderdeel zou moeten kunnen om verder te gaan. Maak de stof interactief en varieer, door bijvoorbeeld de juiste H5P elementen aan te bieden aan je cursist. Houd de motivatie op peil door duidelijk te zijn over hoe lang onderdelen duren, zodat een cursist weet wanneer hij of zij eventueel even kan uitstappen. We weten uit onderzoek dan na twintig minuten geconcentreerd werken, de scherpte er toch wel vanaf is.”
Ivo raakt op stoom: “Zorg voor een warm welkom. Met je mobiel is een filmpje zo opgenomen. Wat denk je dat het doet voor iemands motivatie, als de directeur hem of haar persoonlijk welkom heet in de e-learning? Echt, het zijn allemaal dingen die je succesvol kunt toepassen, of je nou denkers of doeners in je e-learning hebt zitten. Het gaat erom dat je een cursist aan de hand meeneemt door zo’n module. Dat is geen rocket science, je moet er vooral tijd voor maken.”
Online leren is natuurlijk aantrekkelijk vanwege schaalbaarheid, beschikbaarheid en asynchroniteit: je kunt iedereen toegang bieden tot de stof, op elk moment én ze ook nog eens onderling laten sparren. “Dat hoeft helemaal niet altijd live. Als ik vanavond een vraag over de stof heb, dan is het prima als een collega of docent die morgen beantwoordt. Procademy heeft voor dat sociale leren een mooie oplossing in de tool, waarbij onderling asynchroon contact mogelijk is en kennis beter wordt gedeeld. Je kunt er ook een bijeenkomst tussenvoegen. Dan krijg je dat je eerst zelf iets leert, dat je dat toetst en dan pas bij elkaar komt. Dat je dat allemaal tot in detail kunt inrichten in Procademy is écht een meerwaarde.”
Klinkt natuurlijk allemaal fantastisch, maar is er ook een keerzijde? Ivo knikt: “Het is complex. Dus als je echt zo’n uitgebreid leertraject inricht, dan hoeft er maar een vinkje verkeerd te staan en er kwalificeert zich nooit iemand voor je live kennissessie. Dan zit je lang te wachten in je lokaal. Dat is niet zozeer een probleem van de tool, maar van het feit dat een goed blended leertraject veel afhankelijkheden kent. En de misvatting moet van de baan: een e-learning platform is nooit een shortcut richting een optimale kennisontwikkeling. Het is, met de juiste tijd en aandacht, een waardevolle tool in een blended leertraject.” sluit Ivo tevreden af.
Educademy ondersteunt organisaties die met Procademy werken en doen dat door: