De vraag naar de effectiviteit van e-learning komt vanuit verschillende hoeken. Het maakt geen verschil of je nu beroepschauffeurs, voedingsassistenten of marketing managers opleidt. Ook de HR manager (of hoofd Opleidingen) die verantwoordelijk is voor de interne opleidingen zien wij nog wel eens worstelen met de bovenstaande vragen.
Ja. Het aantal artikelen dat is verschenen op het gebied van e-learning is groot. Zeer breed gedefinieerd kom je meer dan 100.000 resultaten tegen met “e-learning” in de titel. Ook zijn er diverse onderzoeken uitgevoerd naar "effectiveness of e-learning”, je vindt bijvoorbeeld 316 artikelen in Google Scholar.
De onderzoeken richten zich logischerwijs op verschillende aandachtsgebieden. Een aantal voorbeelden:
Uit een meta-analyse van bijna 300 studies naar de effectiviteit van e-learning blijken de resultaten veel overeenkomsten te vertonen (dr. Dankbaar). De over-all conclusie is dat e-learning minstens zo effectief is als traditioneel onderwijs. Waarbij e-learning dus een volwaardig alternatief is voor contactonderwijs. De onderzoeken richten zich met name op onderwijs voor volwassenen en voortgezet onderwijs. Wil je nog betere leerresultaten behalen? Kies dan voor een “blended traject” (e-learning én klassikaal), dit leidt tot een beter resultaat dan alleen klassikaal onderwijs of alleen online onderwijs.
Ook uit het grootschalige onderzoek van de Columbia University komt naar voren dat zowel e-learning als blended learning gemiddeld een betere leerresultaat opleveren dan alleen klassikaal onderwijs. De leerresultaten van een blended learning traject zijn een stuk beter dan alleen klassikaal onderwijs, het verschil tussen alleen e-learning onderwijs of klassikaal onderwijs is kleiner.
Uit de literatuur komt ook de conclusie naar voren dat het nuttiger is om meer onderzoek te doen naar het effectief inzetten van e-learning. De onderzoeksvraag naar de over-all effectiviteit van e-learning is in de wetenschap inmiddels al duidelijk positief beantwoord in vele studies.
In het onderzoek van dr. Dankbaar worden zeven factoren uitgelicht die een belangrijke rol spelen bij het al dan niet succesvol inzetten van e-learning. De factoren zijn Noodzaak, Consistentie, Nabijheid, Sturing, Betrokkenheid, Begeleiding en Communicatie.
Ik zal twee factoren kort uitlichten:
Noodzaak
De factor :"Noodzaak" gaat in op de vraag van nut en noodzaak. Kortom, wat is de business case? Hier kan het gaan het om de tijd- en geldbesparing die je realiseert, maar ook het uniform overdragen van kennis kan van groot belang zijn. Ook de mogelijkheid dat de cursist in eigen tijd en op eigen tempo de lesstof kan doornemen is een belangrijk voordeel van e-learning. De noodzaak beschrijft in feite de "Why", waarom gaan we investeren in e-learning?
Consistentie
De factor "Consistentie" gaat in op de manier waarop e-learning wordt ingebed in de organisatie. Is er goed nagedacht over de verhouding tussen e-learning en contactonderwijs? Zijn de medewerkers goed meegenomen in het lanceren van de e-learning modules? Maar ook de didactische kwaliteit van de lesstof komt bij deze succesfactor aan bod. De lesinhoud is logischerwijs bepalend voor de kwaliteit van de e-learning. Een goede didactische opbouw en inrichting heeft duidelijk effect op het leerrendement. Uit de literatuur blijkt dat een slechte samenwerking tussen een e-learning ontwikkelaar en de opleider (of kennisdrager) ook een belangrijke barrière kan vormen.Het intern opstellen van duidelijke richtlijnen waaraan de lesstof minimaal moet voldoen zal aan de didactische kwaliteit ten goede komen. Voor een volledige beschrijving van alle factoren verwijs ik naar de bronnen. (scroll naar beneden)
Het inzetten van e-learning is van toegevoegde in nagenoeg alle opleidingssituaties. Met de inzet van e-learning kunnen minstens even goede leerresultaten bereikt worden als met traditioneel, klassikaal onderwijs. Deze conclusie lijkt volgens de wetenschappelijke studies breed te gelden, zowel voor de reguliere opleidingen als voor werkplekleren, alsook voor de overdracht van kennis, vaardigheden en gedrag.
De voordelen van e-learning zoals kostenreductie, op eigen tempo en gelegenheid leren en uniforme kennisoverdracht kunnen daarmee volop benut worden.
Er zijn verschillende factoren te benoemen waardoor e-learning weinig tot geen effect meer heeft op de leerresultaten van de cursist. Dit is het geval als de “hygiene” factoren niet op orde zijn. Denk hierbij aan technische problemen met het e-learning systeem waarbij geen goede support wordt geleverd, een onoverzichtelijke navigatie van het e-learning systeem of simpelweg onjuiste en inconsistentie lesstof.
Om te profiteren van de voordelen van e-learning is het dus in ieder geval nodig om goede lesstof te presenteren. Ook de mate van interactiviteit van de lesstof speelt een rol. Een interactieve video levert bijvoorbeeld een beter resultaat dan een niet interactieve video. Een interessant onderzoek in de kader is bijvoorbeeld artikel "Instructional video in e-learning: Assessing the impact of interactive video on learning effectiveness" van Dongsong Zhang, Lina Zhou, Robert O. Briggs, Jay F. Nunamaker.
Last but not least, een overzichtelijk en stabiel functionerende e-learning software is een must voor een prettige leerbeleving, gelukkig zijn deze systemen beschikbaar. ?
Er zijn gelukkig diverse studies beschikbaar die je overzicht bieden in de wetenschappelijke onderzoeksresultaten naar e-learning. Voor het schrijven van deze blog zijn de onderstaande studies bestudeerd.
"Aan de hand van een bespreking van twee omvangrijke meta-analyses, waarbij leereffecten van instructie met e-learning worden vergeleken met klassikale instructie, wordt de conclusie getrokken dat e-learning een volwaardig alternatief is voor klassikaal opleiden. Dit geldt voor instructievormen die zijn gericht op kennis, vaardigheden of gedrag; voor initiële opleidingen of werkplekopleiden; voor een breed (niet uitsluitend medisch) terrein. E-learning kan zelfstandig of aanvullend op contactonderwijs worden ingezet."
Dit onderzoek is uitgevoerd door Dr. M.E.W. Dankbaar programmamanager e-learning aan het Erasmus MC en voorzitter van de werkgroep e-learning van de NVMO. Dit onderzoek is interessant omdat het zowel overzicht biedt in de bestaande wetenschappelijke inzichten t.a.v. e-learning als dat het aanbevelingen geeft voor een succesvolle implementatie van e-learning in medisch onderwijs.
"This meta-analysis was designed to produce a statistical synthesis of studies contrasting learning outcomes for either fully online or blended learning conditions with those of face-to-face classroom instruction.”
Dit onderzoek is in 2013 gepubliceerd en uitgevoerd vanuit de Columbia University. Het onderzoek is interessant omdat het de resultaten vergelijkt van zowel e-learning only, blended learning als puur klassikaal onderwijs. In dit onderzoek zijn de resultaten van 45 verschillende onderzoeken meegenomen.